Skip Navigation

Selecteer taal

Maak kennis met:
Tom Boonen,
NASCAR®-piloot

De naam Tom Boonen doet bij menig koersliefhebber een belletje rinkelen. Als prof won hij zoveel wedstrijden dat hij in zijn vaderland België als een nationale held op handen wordt gedragen. Op zijn palmares staan prestigieuze zeges, zoals: het UCI WK Wielrennen (1 keer), Parijs-Roubaix (4 keer), de Ronde van Vlaanderen (3 keer), de E3 Harelbeke (5 keer), de Ronde van Frankrijk (6 etappes) en de Ronde van Qatar (4 eindzeges).

Na al die successen is hij vastberaden om geschiedenis te schrijven in het NASCAR®-circuit.

Lees wat Tom vindt van NASCAR®, hoe hij tegen crashes aankijkt en hoe hij zelf zijn winstkansen in de Rookie Cup inschat.

NASCAR®-weekends

NASCAR®-weekends zijn intens! Hoewel NASCAR® een heel andere sport is dan wielrennen, blijf ik mijn aanpak trouw: zoveel mogelijk variabelen onder controle proberen te krijgen. Maar dat valt niet mee in NASCAR®. Er zijn zoveel meer factoren die meespelen.

Zelfs al probeer ik de wedstrijd naar mijn hand te zetten, de rollercoaster van emoties blijft. Zoveel hoogtes en laagtes. Zoveel spanning voel je alleen in NASCAR®. 

Voorbereiding op de race

Voor elke race moet je je opladen, fysiek én mentaal. Conditioneel moet ik, net als in al die jaren dat ik profwielrenner was, zo sterk mogelijk staan. Al train ik nu compleet anders dan ik gewoon was. De mentale voorbereiding is ook anders. Elke race duurt 30 à 40 minuten en je moet van begin tot einde geconcentreerd zijn. Wielrenners daarentegen hebben een paar uur voor ze de beslissende laatste kilometers van de wedstrijd ingaan en ze moeten focussen op de finish. Bij NASCAR® kun je je geen concentratieverlies veroorloven. Elke seconde van de race vraagt je volledige focus. Ik vind het geweldig.

Valpartijen en crashes

Bij een crash verlies je alle controle. Dat gebrek aan controle wil ik altijd zoveel mogelijk inperken.

Een valpartij met de fiets lijkt in niets op een autocrash. Zoals ik het zie, heeft een valpartij vooral lichamelijke gevolgen. Vallen doet meer pijn. Veel meer pijn. Terwijl een autocrash meer mentaal doorweegt. Ja, je kunt je lelijk bezeren. Maar zolang er niets echt in je stoel buigt, is een autocrash stukken comfortabeler dan een valpartij met de fiets. Die valpartijen mis ik echt niet.

In de halve finale op de Hockenheimring crashte ik zwaar in race twee. Ik startte goed, tot de wagen voor mij een mechanisch defect kreeg. De auto knalde tegen de muur aan en schampte mijn wagen. Door de botsing kreeg ik een klapband. Mijn auto begon te tollen en de auto achter me reed frontaal op me in. Om een lang verhaal kort te maken, mijn auto was total loss. Geen leuke ervaring, maar het kan gebeuren. NASCAR®-wagens zijn ongelooflijk betrouwbaar, wat niet wegneemt dat er nooit iets kan mislopen. Dat zijn de risico's van het vak.

Weer achter het stuur

Gelukkig heb ik na een crash geen mentaal oplapwerk. Nadat ik na de crash op de Hockenheimring uit het wrak kroop, wilde ik niets liever dan in een nieuwe auto springen en gewoon verder racen. Als ik er nu aan terugdenk, was mijn enige echte frustratie dat er iets was misgegaan in de eerste 60 seconden. Ik mocht meteen mijn ambities voor het weekend opbergen. Al die training en voorbereiding voor niks. Een tweede kans om de finish te halen zou ik niet krijgen.

Mijn ambitie in de Rookie Cup

Voor mijn crash op de Hockenheimring dacht ik een goede kans te maken op een podiumplaats in de Rookie Cup. Daar mag ik nu allicht een kruis over maken door de punten die ik liet liggen. Ik ben dus wel een beetje teleurgesteld. Maar er is nog altijd de finale. En, wie weet, misschien helpt een goed resultaat mijn score wel voldoende omhoog om die podiumplaats alsnog binnen te halen.

Aanverwante onderwerpen
laden...